W&T

 

Wetenschap en Technologie

 

Deze zomer is lokaal 109 verbouwd en samengevoegd met lokaal 108. De reden hiervoor is de introductie van een nieuw, vakoverstijgend vak; Wetenschap en Technologie. Bovendien zal dit lokaal ook dienen voor Informatica Plus en Digital Science.

Het lokaal is uitgerust met onder andere 3D- printers, sjabloonprinters, een textielpers, een lasersnijder voor plaatmateriaal, een schuimsnijder en diverse soldeerstations met afzuiging en verlichting. Er is ook ruimte om uitgebreid te bouwen en te experimenteren, bijvoorbeeld met Lego Spike.

Het doel is om Vwo-leerlingen en de bètavakken en andere schoolvakken te laten verbinden met alledaagse technologie. We streven ernaar vaardigheden te onderwijzen die leerlingen een voorsprong bieden in de technische wereld van morgen. Feitelijk is Wetenschap en Technologie geen afzonderlijk vak, maar een vakoverstijgende benadering. De methodiek van onderzoekend en ontwerpend leren dient als middel voor leeractiviteiten en de ontwikkeling van vaardigheden, kennis en attitude.

Creativiteit speelt een belangrijke rol, evenals logica. Het groepsproces is zeer belangrijk. Leerlingen ontdekken welke rol het beste bij hen past: verzamelaar, denker of maker. Samen kunnen ze feiten ordenen, concepten ontwikkelen en experimenteren met techniek.

Wetenschap en Technologie biedt leerlingen de kans om te ontdekken wie ze zijn, wat ze interessant vinden en waarmee ze graag verder willen. Dit draagt bij aan een weloverwogen en onderbouwde keuze voor hun profiel.

Houding

De onderzoeks- en ontwerppraktijk vraagt om een onderzoekende en probleemoplossende houding. Daarin worden zes neigingen onderscheiden: willen weten, willen begrijpen, willen bereiken, willen delen, kritisch zijn en creatief zijn. Deze komen tot uiting in concrete gedragingen van leerlingen en kunnen zowel intra- als interpersoonlijk zijn.

Kennis

Onderzoeken en ontwerpen hebben altijd een kennisaspect. Dit aspect wordt bepaald door vragen en interesses van kinderen of een onderwerp dat de docent inbrengt.  Onderwerpen hebben betrekking op een verschijnsel, voorwerp op organisme. Over een aardrijkskundig, scheikundig, biologisch of natuurkundig verschijnsel; over een gebied of over een historische gebeurtenis of bron; over materialen, gereedschappen of over technische principes. Daarnaast is kennis nodig over de methodologie in het proces van onderzoeken en ontwerpen.

Vaardigheden

Onderzoeken en ontwerpen zijn de leidende activiteiten. We gebruiken daarvoor de “ontwerpcyclus” en de “onderzoek cyclus”. Disciplinaire methodes om te leren, leren. Daarbinnen zijn vaardigheden en denkwijzen te onderscheiden. Afhankelijk van het onderwerp krijgen deze een vakspecifieke invulling.

  • Denkwijzen hanteren
  • Observeren en meten
  • Bronnen, materialen en gereedschap gebruiken
  • Reflecteren, waarderen en oordelen

 

Terug